Felix Maginn

Felix Maginn (39), frontman van Nederlands succesvolle rockband Moke, groeide op in het door burgeroorlog verscheurde Belfast (Noord-Ierland). In KRO De Wandeling vertelt hij openhartig hoe hij zelf zijn broertje verloor in het geweld en hoe hij het eiland verliet, vastberaden om iets van zijn leven te maken. Achter de poses van de rockzanger schuilt niet alleen een Ierse nationalist, maar ook een pacifist; niet alleen een hip stijlicoon, maar ook een overtuigd katholiek. In de opnamestudio verzorgen de vijf jongens van Moke een exclusief optreden.

Sinds het ontstaan van Moke gaat de band als een trein. Ze spelen overal in Europa, hebben in Nederland bijna een gouden plaat op zak en worden gekleed door Karl Lagerfeld. Maar achter het succes schuilt een opmerkelijke levensgeschiedenis van de zanger, Felix Maginn.

Maginn: “Ik heb de Britten gehaat, maar nooit één steen naar ze geworpen. Geweld is veel minder krachtig dan discussie. Discussie moet ook heftig kunnen zijn, maar geweld… en toch heeft geweld iets opgeleverd voor de Ierse zaak. Het is verschrikkelijk om te beseffen, maar zonder de bommen van de IRA waren we veel slechter af geweest. Dat is heel lastig om toe te geven.”

Als hij achttien is besluit Maginn te emigreren. Nederland was slechts een vakantiebestemming. De bedoeling was om twee weken te blijven, het werd vijftien jaar. “Als je opgroeit in België of in Nederland, dan woon je toch wel in de beste gedeeltes van de hele wereld. Je kan hier echt veilig opgroeien als kind. En dat zijn de belangrijkste jaren van je leven, die tekenen je. In Ierland gebeuren best veel erge dingen waar je niet zo snel over praat. Je echte emoties worden daar wat opzij geschoven. Ik heb echt moeten leren om over mijn gevoelens te praten. Daarom heeft het ook zo lang geduurd voor ik iets kon schrijven wat over mijn verleden ging. Maar nu is de kraan geopend. Ik zeg nu echt wat ik denk en voel. En ik merk dat dit heel goed is.”

Deze uitzending van het programma De wandeling met de titel Felix Maginn is uitgezonden op vrijdag 30 januari door de KRO. De presentatie was in handen van Hella van der Wijst.