Nieuwe ideeën worden in de wetenschap niet altijd met open armen ontvangen. In Labyrint twee voorbeelden van dwarse wetenschap: een nieuwe theorie over het ontstaan van de maan en over de werking van het angstcentrum van ons brein, de amygdala.
De maan ontstond 4,5 miljard jaar geleden door een enorme botsing tussen de aarde en Theia, een planeet ter grootte van Mars. De brokstukken klonterden samen tot de maan, dat is althans de heersende theorie. Onderzoekers Wim van Westrenen en Rob de Meijer lanceerden eerder dit jaar een heel andere theorie: de maan is ontstaan uit de brokstukken die vrijkwamen bij een kernreactie, diep binnenin de jonge aarde. In mei werden hun resultaten eindelijk gepubliceerd nadat ze er 5 jaar mee hadden moeten leuren. Vlak na de publicatie werd deze zelfs tijdelijk teruggetrokken, uiterst ongebruikelijk in de wetenschap.
Ook neurowetenschapper Jack van Honk ondervond enige weerstand toen hij met een afwijkend onderzoeksresultaat kwam. Van Honk doet onderzoek naar de biologie van emoties. Hij volgde een groep patiënten in de woestijn van
Zuid-Afrika met de ziekte van Urbach-Wiethe. Deze ziekte resulteert in een verkalkte amygdala, een hersenkern die een belangrijke rol speelt in het reguleren van emoties. Een eerder geval in
Amerika met deze ziekte kende geen angst, maar Van Honk ontdekte dat zijn patiënten juist erg angstig waren. Dit onderzoeksresultaat plaatste de werking van de amygdala in een ander daglicht, een boodschap die hij maar moeilijk gepubliceerd kreeg.
Deze uitzending van het programma Labyrint met de titel Dwarse Wetenschappers werd uitgezonden op zondag 20 oktober door de VPRO.