Apen en mieren
6-10-2013
| 1561 x bekeken | 0 reacties
Waarin verschilt de mens, ondanks alle overeenkomsten, écht van de aap? En wat zijn de voorwaarden voor een gelijkwaardige samenwerking tussen verschillende diersoorten? Twee verrassende voorbeelden van overeenkomsten tussen mens en dier.
Mens en aap zijn niet alleen genetisch nauw verwant, ook in gedrag is apen niets menselijks vreemd. Ze hebben zelfs cultuur: sommige groepen orang oetans kunnen met een stokje zaden uit stekelige vruchten pulken, terwijl groepen elders die vruchten mijden omdat ze ze niet open kunnen krijgen. In gevangenschap leren orang oetans makkelijker gereedschap gebruiken dan in het wild. Bonobo’s in gevangenschap hebben zelfs geleerd via een toetsenbord met hun verzorgers te communiceren. De vraag is dan ook: als de geestelijke vermogens van mensapen zo groot zijn, waarom hebben ze het in de evolutie dan niet zo ver geschopt als mensen? Waarom is hun vermogen tot taalgebruik of het gebruik van gereedschappen, dat in aanleg aanwezig is, niet verder ontwikkeld? Gedragsbioloog Carel van Schaik van de universiteit van Zürich onderzocht deze vraag en kwam tot een onverwachte conclusie. In één essentieel opzicht bleken chimpansees, bonobo’s en orang oetans van mensen te verschillen: ze voeden hun jongen anders op. Waar mensapenjongen alles wat ze moeten leren om te overleven afkijken van hun volwassen soortgenoten, leren mensen hun kinderen actief wat ze moeten weten. Pas als ouders zich actief bemoeien met de opvoeding, ontwikkelen kinderen hun aangeboren capaciteiten maximaal. Een conclusie die te denken geeft over hoe wij onze kinderen (zouden moeten) opvoeden.
Ook mieren vertonen meer gelijkenis met mensen dan je zou denken. Landbouw en veeteelt zijn namelijk niet uniek voor mensen. Al veel eerder dan wij hielden mieren ‘vee’ en verbouwden zij gewassen. Mede daardoor - denkt men - wist de mier als soort zulke enorme aantallen te bereiken. Aniek Ivens is evolutionair bioloog. In de bossen bij New York bestudeert zij hoe rode bosmieren wortelluizen als ‘vee’ houden: ze melken de honing van de luizen en slachten ze om ze op te eten. In de evolutie geldt meestal het recht van de best aangepaste, maar van dit proces hebben beide soorten voordeel. De bladluis vormt een voedselbron voor de mieren, maar die laten hem in ruil daarvoor veilig in hun nest wonen en beschermen hem actief tegen rovers. De soorten zijn zelfs zo geëvolueerd dat ze niet meer zonder elkaar kunnen.
Deze uitzending van het programma Labyrint met de titel Apen en mieren werd uitgezonden op zondag 6 oktober door de VPRO.