Herman Finkers

Uit gebrek aan inspiratie hield hij het theater voor gezien. En na de diagnose chronische leukemie verdween cabaretier Herman Finkers een tijd uit het blikveld van de media. Maar.., hij is er weer! Finkers praat met Annemiek Schrijver over religie, humor, de zondeval en de eenzaamheid van God. In dit gesprek onthult hij dat hij zich verheugt op zijn nieuwe programma en zijn rentree op de Nederlandse theaterpodia. Cabaretier Herman Finkers (1954) is vanwege problemen met zijn gezondheid een tijd niet meer in de publiciteit geweest. Naar omstandigheden gaat het nu heel goed met hem. De Twentse soapserie Van jonge leu en oale groond, die hij samen met Johan Nijenhuis maakt voor TV Oost, is een groot succes. Van Finkers is bekend dat hij een zeer gelovig mens is. Over zijn geloof zegt hij dat je niet katholiek gedoopt maar katholiek geboren wordt: 'De bron van geloof zit in jezelf en in je medemens.' Als heilige tekst kiest Finkers een fragment van Gerard Reve waarin de schrijver zich afvraagt of God drinkt. Finkers spreekt over de eenzaamheid van God en de eenzaamheid van de mens. Daarnaast kiest hij het verhaal uit Genesis 3 over de zondeval, in - hoe kan het anders - het Twents. Voor hem staat deze tekst voor een beschrijving van de menselijke natuur. In deze tekst kun je jezelf als mens herkennen, het besef van goed en kwaad, je eigen sterfelijkheid, de ondraaglijkheid van het besef van schuld, het besef van altijd tekortschieten. Hij ziet het verhaal niet als het aanpraten van schuld, maar het refereert voor hem aan een oergevoel van de mens dat wezenlijk is voor de menselijke ziel. Voor Finkers is dit een enorme opluchting. Herman Finkers is niet bang voor de dood. Hij ervaart het uitblijven van paniek na de diagnose chronische leukemie als een geschenk. Hij ziet de dood als een zijn 'buiten de tijd', 'oet de tied'.

Deze uitzending van het programma Het Vermoeden met de titel Herman Finkers is uitgezonden op zondag 12 maart door de IKON. Te gast was Herman Finkers. De presentatie was in handen van Annemiek Schrijver.