Betere tiedn in Groningen

We spreken nu van kinderarbeid maar in de jaren '20 en '30 is het op het Groningse Hogeland heel gewoon om als 13- of 14-jarige jongen te gaan werken bij de boer. Niet bij gewone boeren, maar echte Groningse Herenboeren, mannen die de dienst uit maken op het land en in de politiek van Groningen. De geïnterviewde mannen (93, 94 en 99 jaar) vertellen hoe zij als jonge jongens het huis uit moesten om geld te gaan verdienen. Ze werkten op de akkers en sliepen in de stallen. Het zijn verhalen over heimwee, slechte kost en 'werken als een kerel terwijl je nog maar een kind was'. Eén keer in de week gingen de jongens lopend naar hun ouderlijk huis om het weekloon aan vader en moeder te geven. Van jongste knecht klommen de mannen op tot eerste arbeider, maar hun situatie veranderde pas werkelijk na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1946 kwam dankzij de Amerikaanse Marshallhulp de mechanisatie van de landbouw echt op gang. De nieuwste landbouwmachines deden hun intrede op het Groninger Hogeland. En toen kon een boer net zo goed ploegen als een landarbeider. Met als gevolg: de vrije zaterdag, vakantiedagen en de acht-urige werkdag. Of zoals één van de geïnterviewden zegt: 'Dankzij de moderne machines raakten wij vrij van de boer'.

Presentatie: Hans Goedkoop.

Deze uitzending van het programma Andere Tijden met de titel Betere tiedn in Groningen is uitgezonden op zaterdag 19 februari door de VPRO. De presentatie was in handen van Hans Goedkoop.