23-11-2020

Reacties op deze uitzending

• blikker114168 24-11-2020 09:33
  Naar aanleiding van Spoorloos uitzending 23/11/2020 aangaande het zoeken naar ene Harry, matroos aan boord m.s. Stientje Mensinga hierbij het levensloop van het vaartuig met aan boord Harry.
  STIENTJE MENSINGA 1943 PHTG
  
  Gebouwd bij A.Findlay te Old Kilpatrick -Engeland.Bnr:
  L 59.45 B 9.20 H 2.36 Dg 3.08 BRT 470/499 NRT 194/201 DWT .../785
  Motor: Davey Paxmann 2x 4 tew 12 cil.(180x195) Vermogen:2x 350 Pk.snelheid 9,5 mijl
  Type:Shelterdek
  Stapelloop:22-12-1941 Oplevering:21-04-1942
  Klasse:Lloyd’s Register.Brandmerk:2267 Z GRON 1947
  Mutaties:Gebouwd als landingsvaartuig
  1942-21-apr LCT 3(R) 366 British Government.(Royal Navy.) London Gbr
  1947-06-aug Aangekocht als landingsvaartuig en omgebouwd tot drogeladingschip.bij Scheepswerf en Gas-
  houderbouw Jonker & Stans te Hendrik Ido Ambacht.En te boekstelling bij N.V.Scheepvaartbedrijf “Gruno” voor Dr.Allard Lambertus Oosterhuis te Delfzijl.
  1947-05-sep Als STIENTJE MENSINGA, zijnde een stalen motorschip, nog niet gemeten, liggende te Hendrik Ido Ambacht, door C. van Oossanen, asp. scheepsmeter te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 2267 Z GRON 1947 op het achterschip aan B.B. zijde in het dek, 0.75 m. uit hekplaat, 1.50 m. uit lengteas en 0 m. boven dek.
  1948-26-apr Als STIENTJE MENSINGA, zijnde een stalen motorvaartuig, nog niet gemeten, liggende te Hendrik Ido Ambacht, door A. Tromp, asp. scheepsmeter te Rotterdam, opnieuw van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 2267 Z GRON 1947 op het achterschip midscheeps in achterwand achterste dekhuis, 0 m. uit hekplaat, 1.50 m. uit lengteas en 1.25 m. boven dek.
  1949-feb STIENTJE MENSINGA Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Amsterdam.) PHTG Delfzijl Ned
  1949-18-feb Na verbouwing proefvaart op de Eems.
  1949-19-feb NvhN:
  Proefvaart „Stientje Mensinga”
  Met m.s. „Stientje Mensinga , toebehorende aan dr Oosterhuis van Delfzijl heeft voor vele genodigden op de Eems een welgeslaagde proeftocht gehouden.
  Het schip is een omgebouwde landingsbak, welke bij de scheepwerf Jonker & Stans te Hendrik Ido Ambacht, practisch van de waterlijn af is opgebouwd tot een coaster met een laadvermogen van circa 750 ton. Het vaartuig is 64 meter lang en 9.20 meter breed, de ruiminhoud. is 56000 kub. voet. De beide Paxman Ricardo motoren gaven het schip een snelheid van plm. 10 mijl. De „Stientje Mensinga behoort tot één der grootste schepen der Groninger vloot.
  1951 STIENTJE MENSINGA Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Dublin.) PHTG Delfzijl Ned
  1952-apr Gehermotoriseerd : Davey Paxmann 2x 2 tew 12.cil.Vermogen:2 x 350Pk.snelheid 9,5 mijl
  1953-jul Gehermotoriseerd: 2x 2 tew 7 cil.350 Pk.Bolnes type:7L nr:1360 en 1361 snelheid .9,5 mijl.
  1954-27-mrt MICHIGAN Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Dublin.) PFZH Delfzijl Ned
  1954-15-apr Zware schade aan de schroefbladen opgelopen in het ijs op het St.Lawrence Seaway tijdens de reis van London naar Detroit.(1e charterreis)
  1954-19-aprTe Montreal aangekomen en aldaar ingedokt om de schade te herstellen waarna de reis naar Detroit vervolgde om aldaar de lading te lossen.
  1954-12-julDoor aanvaring met de Amerikaanse stomer “ William H.Daniels” 1923-1772 BRT schade aan SB-zij boven de waterlijn opgelopen.
  1954-15-okt STIENTJE MENSINGA Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Dublin.) PHTG Delfzijl Ned
  1955 STIENTJE MENSINGA Rederij NV.Motorschip “Cascade” Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Dublin.) PHTG Delfzijl Ned
  1955-14-feb Leeuwarder Courant:
  Dronken zeelui aan de zwier te Brugge
  Drie Amsterdamse matrozen van een Nederlands schip ..Stientje Mensinga , dat op het ogenblik in de haven van Brugge ligt om een lading aardappelen voor Noord-Afrika in te nemen, hebben zich schuldig gemaakt aan het beklimmen van een monument en het toebrengen van schade hieraan. Toen H. van P., W. K. en W.S. in de nacht van Vrijdag op Zaterdag in verscheidene café s de bloemetjes buiten gezet hadden en flink onder de olie waren, klommen zij op het standbeeld van de Vlaamse helden Jan Breydel en Pieter Coninck, waarvan zij een ornamentaal zijtorentje in witte steen afrukten. De Brugse politie haalde het drietal met enige moeite van het gedenkteken af en bracht de zeelui naar het bureau. Hier werd procesverbaal opgemaakt en de Amsterdammers konden meteen vernemen dat de kosten van herstel meer dan duizend gulden zouden bedragen....De monumentklimmers zouden evenwel tegen een borgsom in vrijheid gesteld kunnen worden. De kapitein van het schip deed de politie echter weten, dat slechts één van de drie fuifnumers aan boord mocht terugkeren en de andere twee maar ter beschikking van de Brugse politie moesten blijven....
  1956-18-jun Leeuwarder Courant:
  Nederlands schip vindt onbemand zeiljacht
  Het 470 ton metende Nederlandse schip „Stientje Mensinga van het scheepvaartbedrijf „Gruno te Delfzijl heeft zaterdag gemeld, dat het bij Tuskar Rock, bij de zuidoostpunt van lerland, een zeiljacht heeft aangetroffen. Er waren geen personen aan boord.
  1956-02-nov Aangekomen te Richborough vanuit Boulogne om een lading rundvee te laden.Bij aankomst bleek dat in het laadruim 4 voet water stond en dat de houten flonders in het ruim dreven.
  Oorzaak een spuigat tijdens het reinigen van het ruim verstopt geraakt liggend in The Downs.
  1956-05-nov Vertrek uit Richborough.
  1957-11-okt STIENTJE MENSINGA Dr.Allard Lambertus Oosterhuis.(beheer:N.V.Scheepvaartbedrijf Gruno te Dublin.) PHTG Delfzijl Ned
  1961-04-dec Tijdens de reis van Foynes naar Londonderry in ballast nabij Errist Lead in Broad Haven Bay voor de Ierse kust gestrand waarna gezonken.6 bemanningsleden werden gered door de Duitse kustvaarder “Maria Schulte” 1952-766 BRT.en de andere 4 bemanningsleden kwamen om doordat de Duitse reddingssloep met 5 Duitsers aan boord omsloeg;allen zijn hierbij omgekomen.
  1961-05-dec NvhN 05-12-1961: Twaalf zeelui vermist onder lerse kust. Ramp bij redding. Delfzijlster kustvaarder is gezonken. Vliegtuigen van de Britse Royal Air Force cirkelen sinds vanmorgen vroeg boven de Broadhaven Baai aan de lerse westkust bij Eagle Island. Zij zoeken naar de eventuele overlevenden van een scheepsdrama, dat zich gisteren en vannacht in de door een heftige storm opgezweepte Atlantische Oceaan onder de kust voltrok. Hun doel is een kleine reddingssloep van de Duitse vrachtvaarder Maria Schulte, die met vijf Duitse matrozen en met vier bemanningsleden van de Delfzijlster kustvaarder STIENTJE MENSINGA gisteravond is omgeslagen na wat eerst een geslaagde redding leek van de vier Nederlandse zeelui, die waren achtergebleven op hun schip, dat — zoals wij gisteren reeds in een deel onzer edities meldden — op de rotsen was gelopen bij Eagle Island. Behalve de negen mannen in de sloep, worden nog drie man van de Maria Schulte vermist. De Stientje Mensinga is vanmorgen gezonken. Helikopter redde zes mannen. De moeilijkheden begonnen toen gistermorgen vroeg de 785 ton draagvermogen metende Stientje Mensinga, die in ballast op weg was van Foynes in lerland naar Londonderry — eveneens in lerland —, op[een rots stootte bij het kleine Eagle Island en om assistentie vroeg, Schepen en vliegtuigen snelden toe op de noodseinen. Het was de Duitse vrachtvaarder Maria Schulte (1000 ton) die het eerste ter plaatse was. Ondanks herhaalde pogingen gelukte het de Duitse kapitein niet in de wilde zee een lijn over te schieten naar de Stientje Mensinga. Een helikopter van de Britse marine evenwel zag kans zes bemanningsleden — drie Nederlanders en drie Spanjaarden — van boord te halen, Kapitein J. Mink uit Purmerend, de stuurman, de tweede machinist en een matroos bleven aan boord. Omgeslagen. Gisteravond laat, de Maria Schulte was er inmiddels in geslaagd het intussen losgeraakte Nederlandse schip te slepen naar het wat rustiger water van de nabijgelegen Broadhaven Baai werd door de Duitser een moedige poging ondernomen de vier achter gebleven Nederlandse zeelui van boord te halen. De Maria Schulte zag kans een sloep uit te zetten, die geroeid door vijf matrozen langszij de Stientje Mensinga wist te komen. Kapitein Mink en zijn drie bemanningsleden lieten zich in de sloep vallen en dat is het laatste wat men weet. Op de terugreis naar de Maria Schulte moet het bootje zijn omgeslagen met de vijf redders en de vier geredden. Zoeken. Het zoeken, dat vanmiddag is gestaakt heeft tot resultaat gehad dat de lichamen van vier man zijn gevonden. Hun namen zijn nog niet bekend. Verder heeft men uit de lucht een omgeslagen boot waargenomen. Gisteravond werd er gezocht door de reddingsboot van het 85 mijl verder gelegen plaatsje Aranmore, twee Spaanse trawlers en de Britse trawler Boston Brittania. In de loop van de nacht moesten zijn door het zware weer gedwongen de zoektocht opgeven. De Nederlandse sleepboot Noordzee van L. Smid en Co. die naar de Broadhavenbaai op weg was uit de Zuidlerse havenplaats Cobh (waar het schip is gestationeerd) is na het bekend worden van het vergaan van de Stientje Mensinga naar de eveneens aan de lerse westkust gelegen Galway Baai gevaren waar de Nederlandse kustvaarder Michel Swenden in moeilijkheden is gekomen. Verdonken. De Maria Schulte werd gisteravond door een tweede ramp getroffen toen het tijdens het overbrengen van de lijn waarmee de Stientje Mensinga naar rustiger water gesleept zou worden drie Duitse matrozen overboord sloegen. Ook zij worden vermist, en men moet er op rekenen dat ze verdronken zijn. Daar mee is dus het aantal slachtoffers van dit scheepsdrama op twaalf gebracht. De zes door de helikopter geredde bemanningsleden van de Stientje Mensinga zijn ondergebracht, in een pension in Bellmullet (in het lerse graafschap Mayo). Vier Nederlandse zeelui en het dubbele aantal Duitse redders hebben voor hun zeemanschap de zwaarste tol moeten betalen. De coaster Stientje Mensinga heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Zij werd in 1943 op een Engelse werf gebouwd als landingsschip met het nummer LCT 366. Later werd het schip omgebouwd tot raketvaartuig en zo nam het deel aan de invasie in Normandië in 1944. Na de oorlog werd het vaartuig in Hendrik Ido Ambacht verbouwd tot kustvaarder. Als Stientje Mensinga kwam zij jn het bezit van dokter A. L. Oosterhuis, een oud-ingezetene van Delfzijl, die in Dublin woont. Het schip voer in continu-charter voor het scheepvaartkantoor Gruno in Amsterdam.
  1961-05-dec NvhN:
  Twaalf zeelui vermist onder lerse kust. RAMP BIJ REDDING. Delfzijlster kustvaarder is gezonken
  VLIEGTUIGEN van de Britse Royal Air Force cirkelen sinds vanmorgen vroeg boven de Broadhaven Baai aan de lerse westkust bij Eagle Island. Zij zoeken naar de eventuele overlevenden van een scheepsdrama, dat zich gisteren en vannacht in de door een heftige storm opgezweepte Atlantische Oceaan onder de kust voltrok. Hun doel is een kleine reddingssloep van de Duitse vrachtvaarder Maria Schulte, die met vijf Duitse matrozen en met vier bemanningsleden van de Delfzijlster kustvaarder Stientje Mensinga gisteravond is omgeslagen na wat eerst een geslaagde redding leek van de vier Nederlandse zeelui, die waren achtergebleven op hun schip, dat — zoals wij gisteren reeds in een deel onzer edities meldden — op de rotsen was gelopen bij Eagle Island. Behalve de negen mannen in de sloep, worden nog drie man van de Maria Schulte vermist. De Stientje Mensinga is vanmorgen gezonken.
  Helikopter redde zes mannen.
  De moeilijkheden begonnen toen gistermorgen vroeg de 785 ton draagvermogen metende Stientje Mensinga, die in ballast op weg was van Foynes in lerland naar Londonderry — eveneens in lerland —, op een rots stootte bij het kleine Eagle Island en om assistentie vroeg, Schepen en vliegtuigen snelden toe op de noodseinen. Het was de Duitse vrachtvaarder Maria Schulte (1000 ton) die het eerste ter plaatse was. Ondanks herhaalde pogingen gelukte het de Duitse kapitein niet in de wilde zee een lijn over te schieten naar de Stientje Mensinga. Een helikopter van de Britse marine evenwel zag kans zes bemanningsleden — drie Nederlanders en drie Spanjaarden — van boord te halen, Kapitein J. Mink uit Purmerend, de stuurman, de tweede machinist en een matroos bleven aan boord.
  OMGESLAGEN
  Gisteravond laat, de Maria Schulte was er inmiddels in geslaagd het intussen losgeraakte Nederlandse schip over te slepen naar het wat rustiger water van de nabijgelegen Broadhaven , werd door de Duitser een moedige poging ondernom de vier achtergebleven Nederlandse zeelui van boord te halen. De Maria Schulte zag kans een sloep uit te zetten, die geroeid door vijf matrozen langszij de Stientje Mensinga wist te komen. Kapitein Mink en zijn drie bemanningsleden lieten zich in de sloep vallen en dat is het laatste wat men weet. Op de het terugreis naar de Maria Schulte moet het bootje zijn omgeslagen met de vijf redders en de vier geredden
  ZOEKEN
  Het zoeken, dat vanmiddag tenslotte is gestaakt heeft tot resultaat gehad dat de lichamen van vier man zijn gevonden. Hun namen zijn nog niet bekend .Verder heeft men uit de lucht en omgeslagen boot waargenomen. Gisteravond werd er gezocht door de reddingboot van het 85 miil verder gelegen plaatje Aranmore, twee Spaanse trawlers en de Britse trawler Boston Brittania.In de loop van de nacht moesten zij door het zware weer gedwongen het zoeken opgeven.
  De Nederlandse sleepboot Noordzee van L. Smid en Co. die naar de Broadhavenbaai op weg was uit de Zuidlerse havenplaats Cobh (waar het schip is gestationeerd) is na het bekend worden van het vergaan van de Stientje Mensinga naar de eveneens aan de lerse westkust gelegen Galway Baai gevaren waar de Nederlandse kustvaarder Michel Swenden in moeilijkheden is gekomen.
  VERDRONKEN
  De Maria Schulte werd gisteravond door een tweede ramp getroffen toen tijdens het overbrengen van de lijn waarmee de Stientje Mensinga naar rustiger water gesleept zou worden drie Duitse matrozen overboord sloegen. Ook zij worden vermist, en men moet er op rekenen dat ze verdronken zijn. Daar mee is dus het aantal slachtoffers van dit scheepsdrama op twaalf gebracht. De zes door de helikopter geredde bemanningsleden van de Stientje Mensinga zijn ondergebracht, in een pension in Bellmullet (in het lerse graafschap Mayo). Vier Nederlandse zeelui en het dubbele aantal Duitse redders hebben voor hun zeemanschap de zwaarste tol moeten betalen.
  De coaster Stientje Mensinga heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Zij werd in 1943 op een Engelse werf gebouwd als landingsschip met het nummer LCT 366.
  Later werd het schip omgebouwd tot raketvaartuig en zo nam het deel aan de invasie in Normandië in 1944.
  Na de oorlog werd het vaartuig n Hendrik Ido Ambacht verbouwd tot kustvaarder.
  Als Stientje Mensinga kwam zij in het bezit van dokter A. L. Oosterhuis een oud-ingezetene van Delfzijl die in Dublin woont.
  Het schip voer in continucharter voor het scheepvaartkantoor Gruno in Amsterdam.
  1961-06-dec NvhN 06-12-1961: De scheepsramp in Broadhaven-baai. Vergaan STIENTJE MENSINGA heeft negen levens gekost. Zeven lijken op lerse kust aangespoeld. De ramp met de Delfzijlster kustvaarder Stientje Mensinga, die gistermorgen — zoals wij reeds in een deel onzer edities meldden — in de Broadhaven-baai aan de lerse westkust is vergaan, heeft tenslotte geen twaalf maar negen mensenlevens gekost. De negen slachtoffers zijn de vier opvarenden van de Stientje Mensinga en de vijf matrozen van de Duitse vrachtvaarder Maria Schulte, die met een reddingsboot van het Duitse schip zijn omgeslagen. De kapitein van de Maria Schulte heeft meegedeeld dat berichten als zouden ook nog drie man van zijn schip overboord zijn geslagen op een misverstand berusten. De stoffelijke overschotten van zeven van de negen vermisten zijn gisteravond aan de lerse kust gevonden, nadat het zware weer een einde aan het opsporingswerk had gemaakt. Razende zee. De namen van de vier Nederlandse slachtoffers zijn: J. Mink (kapitein), G. J. Kievit (stuurman) S. Meybos (2e machinist) en B. van Rijn (3e machinist). De vijf vermiste Duitse zeelieden zijn de tweede officier Gunter Welsch, de matroos Volker Breitnek, de lichtmatrozen Harald Leopold en Detlef Utzen, en het jongmaatje Joerg Muecke. Rubberboot. Gisteravond is de Maria Schulte in de haven van in noordwest-lerland binnengelopen. Kapitein Johannes Okens vertelde daar over het lot van de negen zeelui, die bij de reddingsactie zijn omgekomen. De Maria Schulte had eerst een poging ondernomen de op de rotsen gelopen Stientje Mensinga op sleeptouw te nemen. Het was echter niet mogelijk een lijn aan boord te krijgen, omdat er aan boord van het Nederlandse schip niet voldoende mensen waren om een lijn te bevestigen. Op dat moment waren aan boord van de Stientje Mensinga slechts de kapitein en drie leden van de bemanning. De zes andere bemanningsleden waren inmiddels met een helikopter van boord gehaald. „De vier mannen aan boord van het schip gaven de pogingen op om onze lijn te grijpen, in plaats daarvan zetten zij een kleine rubberboot uit , zo vertelde kapitein Okens. Afgedreven. „Wij hebben toen direct een reddingboot met vijf man te water laten gaan. Onder leiding van de tweede officier Gunter Welsch wisten zij met veel moeite de Nederlanders te bereiken. „Zij namen de vier man die in de rubberboot zaten, in hun reddingboot. Door de storm — er was op dat moment windkracht tien — brak de verbindingslijn tussen de reddingboot en de Maria Schulte. De mannen dreven af. Wij probeerden nog een andere lijn naar hen te werpen, maar het gevaar dreigde dat mijn schip ook op de rotsen zou lopen, zodat wij daarop moesten letten. Wij hadden zoeklichten op razende zee in de omgeving van de rotsen gericht, maar de reddingboot dreef af en de mensen hebben wij niet meer gezien. De politie van Belmullet deelt mee dat de stoffelijke resten van de zeven gevonden bemanningsleden naar het plaatselijke ziekenhuis zijn overgebracht in afwachting van de identificatie. Een vliegtuig van de R.A.F, ontdekte gistermorgen de reddingboot op een strand twaalf mijl van het rampgebied, maar hij was leeg. De zes opvarenden van de Stientje Mensinga die maandagmiddag met een helikopter van boord zijn gehaald zijn: eerste machinist L. van Eyk uit Vleuten, H. van Dijk uit Velsen-Noord, G. C. Groen uit Zeldert, José Sandebez Salvado uit San Marcos (Spanje), Francisco Villas Rodriguiz uit Moana Frontes (Spanje) en Elias Vazquez Cliento uit Puente Valga (Spanje).
  1961-06-dec Leeuwarder Courant:
  Jonge zeeman uit Oudeschoot onder de negen slachtoffers.
  Het zoeken naar overlevenden van de ramp met de „Stientje Mensinga , die aan de westkust van lerland is vergaan, is gestaakt. Aangenomen moet worden, dat negen mannen (vijf Duitse redders en vier Nederlanders) om het leven zijn gekomen. Inmiddels zijn zeven stoffelijke overschotten op de kust van Noordlerland aangespoeld. De omgekomen Nederlanders zijn: kapitein J. Mink van Purmerend, stuurman G. J. Kievit van Vlissingen, tweede machinist S. Meibos uit Oudeschoot en derde machinist B. van Rijn uit Katwijk aan Zee. Sjoerd Meibos, die aan de Schoterlandse weg in Oudeschoot woonde, was 21 jaar oud en ongehuwd; hij was slechts kort op de koopvaardij. De „Stientje Mensinga is gezonken. Het bericht dat de Duitse kustvaarder „Maria Schulte er nog in is geslaagd zou zijn het door de stranding op de rotsen lekgeslagen schip naar een beschutte baai te slepen, blijkt onjuist te zijn.
  De Britse admiraliteit maakte gisteren nog eens bekend, dat behalve de vijf redders van de „Maria Schulte ook drie andere opvarenden van dit schip verdronken zouden zijn, toen zij overboord sloegen bij de poging het Nederlandse schip te bergen. De kapitein van de „Maria Schulte , welk schip inmiddels in Sligo is aangekomen, verklaarde dat dit onjuist is: van zijn schip zijn alleen de vijf mannen verdronken, die met een reddingboot op weg gingen om de vier Nederlanders, die de „Stientje Mensinga in een rubbervlot hadden verlaten, over te nemen en toen met de geredden met de sloep omsloegen.
  De Duitse kapitein Johannes Okens vertelde, dat het niet mogelijk bleek een lijn aan boord van de Delfzijlster kustvaarder te krijgen, omdat er aan boord van de „Stientje Mensinga niet voldoende mensen waren om een lijn te bevestigen. „Op dat moment waren slechts de kapitein en drie leden van de bemanning aan boord. De vier mannen gaven de pogingen op om onze lijn te grijpen; in plaats daarvan zetten zij een kleine rubberboot uit. Wij hebben toen direct een reddingboot met vijf man te water laten gaan. Onder leiding van de tweede officier Guenter Welsch wisten zij met veel moeite de Nederlanders te bereiken. Zij namen de vier man die in de rubberboot zaten, in hun reddingboot. Door de storm — er was op dat moment windkracht tien — brak de verbindingslijn
  lijn tussen de reddingboot en de Maria Schulte. De mannen dreven af. Wij probeerden nog om een andere lijn naar hen te werpen, maar het gevaar dreigde, dat mijn schip ook op de rotsen zou lopen, zodat wij daarop moesten letten. Wij hadden zoeklichten op de razende zee in de omgeving van de rotsen gericht, maar de reddingboot dreef af en de mensen hebben wij niet meer gezien .
  De vijf vermiste Duitse zeelieden zijn de tweede officier Guenter Welsch uit Kiel, de matroos Volker Breitnek uit Hamburg, de lichtmatrozen Harald Leopold uit Hamburg-Rissen en Detlef Utzen uit München-Gladbach, en het jongmaatje Joerg Muecke uit Essen.
  De zes opvarenden van de „Stientje Mensinga , die maandagmiddag met een helikopter van boord zijn gehaald en toen in een pension in Bellmullet onderdak regen zijn: eerste machinist L. van Eyk uit Vleuten, H. van Dijk uit Velsen-Noord, G. C. Groen uit Zeldert, José Sandehez Slavado uit San Marcos (Spanje), Francisco Villas Rodriguiz uit Moana Front es (Spanje) en Elias Vazquez Cliento uit Puente Valga (Spanje).
  1961-08-dec De Waarheid:
  De ramp met „Stientje Mensinga” Reddingsmiddelen onvoldoende
  Donderdag is in de lerse plaats Belmullet de lijkschouwing verricht op drie Duitse en vier Nederlandse schepelingen van het scheepsongeluk dat zich maandag in een zware storm voor de lerse kust heeft voorgedaan en waarbij de Nederlandse kustvaarder „Stientje Mensinga is gezonken. De jury bij deze lijkschouwing deed een beroep op de lerse regering om te zorgen voor betere reddingsmiddelen in dit gebied. Zij verklaarde, dat de huidige reddingsmiddelen totaal ontoereikend zijn. Tijdens het ongeval, waarbij het Duitse schip „Maria Schulte de „Stientje Mensinga die op de rotsen was gevaren, te hulp kwam, verdronken vier opvarenden van het Nederlandse vaartuig en vijf Duitsers, van wie nog twee worden vermist.
  1961-08-dec Leeuwarder Courant:
  Vijf geredden van „Stientje Mensinga op Schiphol.
  Op Schiphol zijn vanmorgen vijf van de zes geredden van de ramp met de Delfzijlster kustvaarder „Stientje Mensinga , die maandag voor de lerse westkust verging, per vliegtuig in Nederland teruggekeerd. Het zijn de 24-jarige matroos Harry van Dijk uit Velsen, de 28--jarige kok Gerrit Groen uit Hoogland en drie Spanjaarden. De 36-jarige machinist Louis van Eijk uit Vleuten is in lerland achtergebleven., omdat hij de treurige taak heeft de lijken van de vier verdronken leden der bemanning te identificeren, namelijk dat van de kapitein J. Mink uit Purmerend van de stuurman G. J. Kievit uit Vlissingen , van de tweede machinist S. Meibos uit Oudeschoot en van de derde machinist B. van Rijn uit Katwijk aan Zee.
  1962-11-jan De Tijd:
  Nasleep van ramp met „Stientje Mensinga” . Duitse kapitein kan niets verweten worden.
  HAMBURG, 11 Jan. — De raad voor de scheepvaart ln Hamburg heeft gisteren het scheepsongeval behandeld, dat op vier december van het vorige jaar onder de lerse kust het leven kostte aan vier opvarenden van het Nederlandse vrachtschip ..Stientje Mensinga en aan vijf bemanningsleden van het te hulp gesnelde Hamburgse motorschip „Maria Schulte . Het Duitse schip had een sloep met vijf matrozen uitgezet om de vier in nood verkerende Nederlanders, die zich nog aan boord van de „Stientje Mensinga bevonden, af te halen. Door een snel opstekende zware storm sloeg de sloep om. waarbij de vijf Duitsers verdronken. De raad was van mening, dat de kapitein van de Maria Schulte het ongeluk met zijn sloep niet verweten kan worden. Het werd niet bewezen geacht, dat er met de sloep iets niet in orde zou zijn geweest.
  1962-04-mei NvhN:
  De ramp met de Stienfje Mensinga. Officiële deelneming aan nabestaanden 9 zeelieden
  Zowel de Inspecteur voor de Scheepvaart als de Raad voor de Scheepvaart hebben vanmorgen hun deelneming uitgesproken met de nabestaanden van de negen zeelieden, die op 4 december van het vorige jaar om het leven zijn gekomen bij de ramp met de Groninger kustvaarder Stientje Mensinga op de westkust van lerland ter hoogte van Eagle Island.
  POSTUME HULDE
  De Inspecteur voor de Scheepvaart bracht postuum hulde aan de bemanning van de Duitse sloep. Hij roemde ook de houding van de kapitein van de Maria Schulte en sprak zijn dank uit jegens de Britse en lerse autoriteiten. Over de oorzaak van het stoten van de Stientje Mensinga kon hij niets zeggen. „Dit zal nooit duidelijk worden, want degenen, die de wacht hadden, zijn om het leven gekomen en ook alle scheepspapieren zijn verloren gegaan , zo zei hij. De voorzitter van de Raad zei tenslotte, dat er aan deze zaak nog wel een kant is die de aandacht verdient, namelijk de vraag of het wel juist is, dat kustvaarders, die vroeger In het slechtste jaargetijde binnen bleven, nu de beroerdste kusten aan de rand van de Atlantische Oceaan aandoen .
  1962-28-jun Friese Koerier:
  Raad Scheepvaart: geen oordeel ramp Stientje Mensinga.
  AMSTERDAM (ANP) — De raad voor de scheepvaart te Amsterdam heeft geen oordeel willen vellen over de oorzaken, die er toe hebben geleid dat het Groningse M. S. Stientje Mensinga op 4 december j.l. op de lerse westkust stootte, zo wordt in zijn schriftelijke uitspraak medegedeeld. Bij deze scheepsramp kwamen vier opvarenden van het Groningse schip om het leven en bij de grootscheepse reddingsactie verdronken vijf bemanningsleden van het Duitse schip Maria Schulte in de kolkende golven. Uit de verklaringen van de zes overlevende bemanningsleden van de Stientje Mensinga is volgens de raad duidelijk gebleken wat zich aan boord van het schip heeft afgespeeld nadat het schip bij Eagle Island op de kust was gestoten. Over de oorzaken is men echter geheel in het ongewisse gebleven, zodat de raad zich van ieder oordeel over het aan boord gevoerde beleid wenst te onthouden.
  samenstelling: Frits Olinga-Delfzijl.
• blikker114216 27-11-2020 11:02
  Informatie en foto s van kustvaarder Stientje Mensinga
  
  Stichting Maritiem Historische Data - Schip (marhisdata.nl)
  http://members.chello.nl/r.fleijsman/pag_1_ned.htm
  http://members.chello.nl/r.fleijsman/krant_1.htm
  http://members.chello.nl/r.fleijsman/album.htm
  https://www.kombuispraat.com/viewtopic.php?t=434