Ontdekkingsreizigster Arita Baaijens trekt na een persoonlijke crisis naar het zuidwesten van Siberië, op zoek naar het aardse paradijs, het legendarische Shambhala. Tijdens een reis naar
Israël komt Arita Baaijens voor het eerst in de Sinaï woestijn en dat maakt zo'n grote indruk dat de wens groeit om daar langer te verblijven. Het duurt nog jaren voordat ze haar eerste echte ontdekkingsreis maakt, het is magisch, de woestijn past haar als een oude jas. Jaar in jaar uit trekt ze elke winter door de woestijn, met één of meerdere kamelen. Wat ze niet voor mogelijk had gehouden gebeurt: in 2004 kan de woestijn haar niet meer betoveren en Arita raakt in een diepe depressie. 'Van rasoptimist en levensgenieter was ik gedegradeerd tot een hulpeloos wezen, ik zag maar één uitweg, ik moest op zoek naar een nieuwe obsessie die mijn leven weer kleur zou geven'. Zo komt ze in het zuidwesten van Siberië terecht, in het Altajgebergte. Onvermoeibaar trekt ze op een paard over de besneeuwde bergen en door donkere wouden waar wolven en beren wonen. De mensen die ze daar ontmoet adviseren haar om op zoek te gaan naar het legendarische Shambhala, het verborgen paradijs. Eerst voelt ze daar helemaal niets voor, maar dan denkt ze: 'hoe onmogelijker de uitdaging, hoe groter de kans dat in mij opnieuw een heilig vuur ontbrandt'. Geleidelijk aan zet deze zoektocht haar leven weer op de rails.
Deze uitzending van het programma De wandeling met de titel Arita Baaijens: Ik moest op zoek naar een nieuwe obsessie werd uitgezonden op zaterdag 6 februari door de KRO.