Steeds meer ziekenhuizen kampen met de vraag naar spoedeisende hulp. De stroom aan patiënten die dringende zorg nodig hebben blijft maar toenemen. Wat moet er gebeuren om iedereen te kunnen helpen? 'De rek is eruit' was afgelopen mei de kop boven een brandbrief van samenwerkende artsen uit Noord-Holland en Flevoland. Steeds vaker moeten ziekenhuizen in de regio de poort voor spoedzorg sluiten. Zo'n patiëntenstop kan een paar minuten duren tot een paar uur. Ambulances moeten uitwijken naar andere ziekenhuizen om de druk op de afdelingen spoedeisende hulp (SEH) te verlichten. Extra rijtijd dus voor patiënten met pijn of mogelijk zelfs met levensbedreigende klachten. Gaat de spoedeisende hulp kopje onder in de patiëntenstroom? En zo ja, waar komt dat door? In de vorige uitzending over spoedzorg liet De Monitor zien dat ambulances vaak niet efficiënt worden ingezet. Het komt meer dan eens voor dat ambulances moeten uitrijden voor ongevallen die niet levensbedreigend zijn of waar met spoed een ambulance naar toe moet. Een volgend knelpunt lijkt de doorstroom van ouderen vanuit de ziekenhuizen. Zij zijn vaak te zwak of verward om naar huis te gaan en houden ziekenhuisbedden bezet omdat zij nog te kwetsbaar zijn om naar huis te gaan. Wat zijn de gevolgen voor patiënten en de betrokken hulpverleners? Wat moet er gebeuren om iedereen die dringende hulp nodig heeft te kunnen helpen? De Monitor duikt in de wereld van de SEH's, de spoedeisende hulp.
De presentatie was in handen van
Teun van de Keuken. Deze uitzending van het programma De Monitor met de titel Spoedzorg op de eerste hulp werd uitgezonden op zondag 30 oktober door de NCRV.