Deze aflevering begint in een boksclub in New Orleans. Typhoon leeft zich even uit op een boksbal en ontmoet de jonge bokser Sean Hemphill die in de boksschool traint om klaargestoomd te worden voor het Amerikaans olympisch team. Maar diezelfde Sean Hemphill weet ook hoe het leven op straat in New Orleans is. Hij was pas negen jaar oud toen hij zijn oudere broer verloor toen deze per ongeluk werd gedood bij een schietpartij op straat. Na het bezoek aan de boksschool ontmoet Typhoon een tijdgenoot van
Martin Luther King met een bijzonder verhaal. Albert Woodfox zat 43 jaar ten onrechte in eenzame opsluiting voor een moord op een cipier die hij niet had gepleegd. Ondanks die ervaring kijkt Woodfox niet om in wrok. Na het gesprek met Albert Woodfox komt voor Typhoon in New Orleans een langgekoesterde wens in vervulling. Hij brengt een bezoek aan een zogenaamde Second Line Parade. Die parade ontstond bij begrafenissen in de stoet waarmee de overledene naar de begraafplaats werd gebracht. Met muziek en dans werd het leven van de overledene gevierd. In Memphis ontmoet Typhoon opnieuw een man met een bijzonder verhaal. Scott Sheperd was jarenlang lid van de Ku Klux Klan en groeide zelfs uit tot een van de leiders van die organisatie. Maar hij kwam tot inkeer en heeft er nu zijn levenstaak van gemaakt om jonge mensen te waarschuwen tegen extreemrechts. Typhoon ging naar de
Verenigde Staten om hedendaagse culturele leiders te ontmoeten die in de geest van
Martin Luther King strijden voor verandering. Zo'n leider ontmoet hij in Boston in de persoon van Rob Gibbs. Deze graffiti-artiest heeft een bijzondere kunstacademie opgericht voor jongeren uit de armste wijken van de stad.
Deze uitzending van het programma Typhoon in Amerika werd uitgezonden op donderdag 3 mei door de EO.