Rechter Huub Willems over het 'dikke-ik'
5-5-2009
| 1694 x bekeken | 0 reacties
De overheid is te veel bezig met geboden, verboden en lik op stuk-beleid. Maar dat is de verkeerde insteek, zegt president Huub Willems van de Ondernemingskamer in Soeterbeeck. ‘Een boete degradeert mij tot iemand die regels overtreedt.’
Dikke-ik
Willems is de derde gast in een serie van vier gesprekken over ‘ons dikke-ik’ in Soeterbeeck. De serie draait om de vraag hoe we ons te dikke en permanent ontevreden ego moeten laten afslanken, nu de crisis duidelijk maakt dat we keuzes moeten maken.
Huub Willems (1944) is president van de Ondernemingskamer, een unieke rechtbank die bemiddelt en recht spreekt bij conflicten in en tussen bedrijven. Willems, een betrokken katholiek, doet echter niet graag uitspraak. Liever werkt hij naar een schikking toe. ‘Mensen moeten daarna weer samen verder’, zegt hij. ‘Het recht is een laatste grond. Het geeft geen zekerheid, maar het is een voortgaand gesprek over de kunst van het goede en het billijke.’
Ingetogen samenleving
Willems erkent dat we nu een bijzondere tijd meemaken. De economische crisis is volgens hem mede ontstaan door het ‘horizontale denken en handelen’ in de jaren van welvaart. ‘Er is geen diepgang, geen perspectief’, zegt hij. ‘Het is oppervlakkig. Die levenshouding is nu failliet. We moeten terug naar een meer ingetogen samenleving.’
De kerk zou daarbij kunnen helpen, door deel te nemen aan het debat in de samenleving. Cohesie is voor de rechter een vitaal begrip: een zekere samenhang door gedeelde ideeën en waarden. ‘Alleen met regels redden we het niet, dat ontwikkelen we ons tot een politiestaat. We hebben beginselen nodig. Zo is het bijvoorbeeld slecht voor een samenleving als er te grote verschillen zijn. In Oost-Europa en Rusland is de kloof tussen rijken en armen zo groot, dat werkt ontwrichtend. Er moet solidariteit zijn - religieus gesproken heet dat naastenliefde.’
De rechter als pastor
Willems doorliep als jongen het kleinseminarie en speelde vol overtuiging priestertje, zoals jongens toen deden. Later stond hij aan de wieg van het Katholiek Nieuwsblad, al vindt hij de aandacht voor regels en dogma’s ook in de kerk te sterk geworden.
Zo heeft Willems in zijn opvatting van zijn functie iets van een pastor, ‘als je dat tenminste omschrijft als het helpen oplossen van problemen’, zegt hij welwillend. ‘Ik zoek altijd naar het probleem achter het probleem, als ik als rechter met mensen spreek. Je zou het ook polderen kunnen noemen, of het toepassen van het Rijnlandse model: samen alle belangen behartigen.’
Kleurloosheid
Het gezicht van de Ondernemingskamer is hij al sinds 1996. Een opvallend gezicht van een kleurrijk man, die bezeten is van zijn werk en graag in de belangstelling staat. Een man ook die al enkele keren werd teruggefloten door de Hoge Raad. Willems is daar laconiek over. ‘Het heeft geen zin weg te duiken in kleurloosheid’, zegt hij. ‘Soms krijg je ongelijk, maar dat is niet erg: het recht is een debat en, zoals ik eens in een oud handboek las: uiteindelijk is de laatste beslissing steeds een keuze, zelfs van de Hoge Raad.’
Daarmee wil Willems het recht niet relativeren, integendeel. Het recht is de constante in onze samenleving. Het is niet statisch, het is nooit af, maar tegelijk is het een eerbiedwaardige traditie, die wijsheid bevat. ‘Ik ben als rechter de resultante van vierduizend jaar rechtsgeschiedenis. Dat speelt mee in mijn optreden.’
Deze uitzending van het programma Soeterbeeck met de titel Rechter Huub Willems over het 'dikke-ik' is uitgezonden op dinsdag 5 mei door de RKK.