Het is een eeuwenoud verlangen: om te kunnen opstijgen als een vogel, en te vliegen boven het land dat je zo goed vanaf de grond kent. Het is een eeuwenoud verlangen: om te kunnen opstijgen als een vogel, en te vliegen boven het land dat je zo goed vanaf de grond kent. Honderd jaar geleden, in 1911, zette
Anthony Fokker de Haarlemse binnenstad op z'n kop door een paar rondjes boven de st. Bavokerk te vliegen met zijn primitieve Spin-toestel. Fokker was de eerste die zag wat wij in het Easyjet-tijdperk al bijna gewend zijn meermaals per jaar te zien: Nederland van boven, met z'n slootjes, weilanden, historische stadjes en grote rivieren. Maar waar Fokker nog een eenling in het luchtruim was, zo druk is het er nu: duizenden vliegbewegingen per dag vinden er boven ons hoofd plaats. Hoe is het mogelijk dat het bijna nooit misgaat? Hoe ziet het er daarboven eigenlijk uit, die snelweg met voorsorterende vliegtuigen, vogels, luchtballons, helikopters en straaljagers?
Deze uitzending van het programma Nederland Van Boven met de titel Nog 1 keer de lucht in werd uitgezonden op donderdag 9 juni door de VPRO.