Als in het Nederland van nu een akelige moord wordt gepleegd, is er altijd wel iemand (soms zelfs de minister-president) die in een reactie zegt: 'Dit is een on-Nederlandse misdaad.' Een nogal zelfverzekerde uitspraak voor een volk dat trots is op zijn gebrek aan nationalisme. Die zekerheid stoelt dan ook niet zozeer op trots als wel op een nationaal zelfbeeld dat al een paar eeuwen meegaat: Nederlanders zijn nuchter, niet-heroïsch, niet tot hysterie geneigd, saamhorig, maar tolerant tegenover andere religies en vreemdelingen.
De 12-delige televisieserie Nederland in 12 moorden geeft een genuanceerder beeld. De geschiedenis, zelfs de Nederlandse geschiedenis, is namelijk vol van moorden die zijn gepleegd uit hysterie, intolerantie of schijnheiligheid. Van het Meisje van Yde, dat waarschijnlijk ergens rond het begin van onze jaartelling in het Drentse veen is geofferd tot aan
Theo van Gogh die voor weer een andere god moest sterven. En van de gifmoord op Jan van Beieren tot aan de executie van de vaandrig van Jan Pieterszoon Coen, Pieter Cortenhoeff, die het ongeluk had op een 'staatsjofferke' verliefd te worden. Allen tezamen vormen zij een verzameling on-Nederlandse Nederlandse moorden die tonen dat niets menselijks de Nederlanders vreemd is