Uitzending
Andere Tijden - Op zoek naar wind

Op zoek naar wind

Andere Tijden

16-4-2016

| 2067 x bekeken | 0 reacties
7
“Ik haal in mijn auto makkelijk 130 kilometer per uur. U waarschijnlijk ook. Maar weet u dat zo’n doorsnee wagen een dikke 20% meer benzine verbruikt wanneer u 130 rijdt, dan wanneer u 100 rijdt?”, zegt presentator Koos Postema in 1974 in een van de spotjes van Postbus 51. Waar onze overheid nu graag wil dat we 130 rijden, was er een tijd dat diezelfde overheid juist probeerde het belang van energiebesparing bij de burgers aan te wakkeren.

Het is een jaar na de oliecrisis en het is iedereen gaan dagen hoe afhankelijk Nederland is geworden van olie en gas als brandstoffen. Het ministerie van Economische Zaken kwam met een eerste Energienota. “Besparen was nummer één.” zegt Stan Dessens, voormalig directeur-generaal van de afdeling energie van het ministerie, “nummer twee was diversificatie en dat betekende een hernieuwde belangstelling voor kolen en het inzetten van kernenergie. Wind en zon speelden in de jaren zeventig geen rol”. Ook de voorzitter van de SEP, de Samenwerkende Elektriciteits Productie-maatschappijen, Niek Ketting, weet dat kernenergie toen hét alternatief was. “Het gevoel over hoe de maatschappij daar tegenover stond was nog niet zo sterk ontwikkeld.”

Energie uit wind, dat was voor de pioniers. Zoals Jip Lenstra van Energie Anders die vanaf 1978 met een binnenvaartschip vol windmolens en zonnecellen door Nederland voer om te laten zien wat alternatieve energie betekende. “Mensen hadden vaak het idee dat ze met een windmolentje in hun tuin hun eigen elektriciteit konden opwekken en wij lieten zien dat het toch een hele klus is.” Maar de belangstelling is er. Windpionier Chris Westra verkoopt 35.000 exemplaren van zijn Wind-Werkboek dat in 1980 verschijnt.

Westra is ook betrokken bij de eerste woonwijk in Nederland met een eigen windmolen. Die wordt in 1983 neergezet in het Noord-Hollandse Camperduin. Het is een idee van de bewoners zelf, maar de molen wordt gefinancierd door het nabijgelegen Energie Onderzoek Centrum in Petten en door de PEN, de Provinciale Energiemaatschappij Noord-Holland. De grote energieproducenten zagen niet veel in windmolens, maar af en toe een experiment, vooruit, dat wilden ze wel. Stan Dessens wist zijn ministers ook altijd wel over te halen een nieuw type windmolen in werking te stellen. “Wat wil je als minister meer, een foto in de krant met zo’n grote windturbine.”

Camperduin kreeg twee ‘driewiekers’ van Nederlands fabricaat. Bewoner en vrachtwagenchauffeur Jan van Assem hield een oogje in het zeil bij de molen en gaf storingen door. De logboeken zijn er nog steeds. “Hier”, wijst hij aan, “om 13.30 uur molen in onbalans, harde wind, besloten molen niet te starten en Lagerwey morgen te waarschuwen.” De 28 woonhuizen in Camperduin werden uitgerust met dubbele elektriciteitsmeters. Stroom van de windmolen was goedkoper. In de hal zat een rood lampje dat ging branden als de molen draaide: het signaal om de wasmachine aan te zetten. Chris Westra zette een onderzoek op: gingen mensen ook daadwerkelijk wassen en stofzuigen als de molen draaide? De uitkomst is te zien in Andere Tijden, net als het antwoord op de vraag waarom het in Denemarken met windmolens toch zoveel beter leek te gaan dan bij ons.

Regie: Gerda Jansen Hendriks

Research: Rob Bruins Slot

De presentatie was in handen van Hans Goedkoop. Deze uitzending van het programma Andere Tijden met de titel Op zoek naar wind werd uitgezonden op zaterdag 16 april door de VPRO en de NTR.
(ter verificatie, je kunt ook inloggen) Plaats reactie