Mijnen ruimen
5-4-2007
| 2173 x bekeken | 0 reacties
In de periode kort na de tweede wereldoorlog zijn minstens 50 Nederlanders en minstens 210 Duitsers gedood bij het opruimen van landmijnen. Dat blijkt uit onderzoek van Andere Tijden. Omdat er zoveel Nederlandse mijnenruimers sneuvelden of zwaar gewond raakten, werden na verloop van tijd Duitse krijgsgevangenen voor dit werk ingezet. Dat mocht eigenlijk niet, volgens de Conventie van Genève, maar daar hadden de autoriteiten iets op gevonden. De krijgsgevangenen werden 'ontwapende vijandelijke militairen' genoemd, en daarmee kon het internationale oorlogsrecht worden omzeild. 'Boerenbedrog', zegt de militair historicus dr. J. Schulten daarover in Andere Tijden. Het probleem van het mijnen ruimen was overigens gigantisch in de naoorlogse periode. Er lagen 1,8 miljoen exemplaren in rond de 5500 mijnenvelden verspreid; voor een groot deel was de vindplaats bekend omdat er Duitse militaire kaarten beschikbaar waren waarop de mijnenvelden waren aangetekend. In Andere Tijden doen twee voormalige militairen van de Luftwaffe hun verhaal. Ze hadden geen enkele ervaring met dit werk en zagen meermalen in hun directe omgeving ongelukken gebeuren. Een van hen, Joachim Kuhn, zag drie maatjes van hem dodelijk getroffen worden door een ontploffende mijn; zelf kwam hij er met lichte verwondingen vanaf. Over de inzet van soldaten van het overwonnen Duitse leger bij dit werk is nooit veel ophef gemaakt. Andere Tijden spoorde naast betrokkenen ook filmbeelden op van het gevaarlijke werk dat zij te doen kregen.
Presentatie: Hans Goedkoop.
Deze uitzending van het programma Andere Tijden met de titel Mijnen ruimen is uitgezonden op donderdag 5 april door de VPRO. De presentatie was in handen van Hans Goedkoop.