Hij is een meester in het maken van intrigerende en bijzondere documentaires. Op 17 maart in Amsterdam in de middag is Brits documentairemaker Louis Theroux te gast in College Tour.
Louis Theroux wordt op 20 mei 1970 in
Singapore geboren. De familie verhuist echter al snel naar Londen waar Theroux opgroeit. Hij studeert geschiedenis in Oxford en krijgt een baantje als filmrecensent bij het universiteitsmagazine waarvoor hij veel lof krijgt.
Na het behalen van zijn diploma vertrekt Theroux naar de
Verenigde Staten om daar fulltime als journalist aan het werk te gaan. Zijn eerste baan is als journalist bij Metro Silicon Valley. In 1992 werkt hij als correspondent voor Micheal Moore's programma TV Nation. Hier maakt hij onder meer reportages over het Jerusalem syndrome en de Ku Klux Klan. Wanneer het programma tot zijn einde komt, biedt de BBC Theroux een contract aan waaruit Louis Theroux's Weird Weekends ontstaat.
In Weird Weekends volgt Theroux opmerkelijke Amerikaanse subculturen. Hij gaat langs bij black nationalists, white supremacists en pornosterren. Het doel van de serie is volgens hem: "Setting out to discover the genuinely odd in the most ordinary setting." Theroux gaat te werk door zich volledig onder te dompelen in de wereld van deze culturen. Dat gaat soms zo ver dat hij in één van zijn afleveringen instemt om een cameo te maken in een pornofilm. In zijn serie, When Louis Met..., volgt Theroux Britse sterren in hun dagelijkse bezigheden. Één van de meest populaire afleveringen is die met de Britse entertainer Jimmy Savile, die na zijn dood aangeklaagd wordt voor honderden gevallen van seksueel misbruik.
Op dit moment is Louis Theroux bezig met zijn eerste theatrale documentaire, die gaat over 's werelds meest mysterieuze religie: Scientology. Wanneer hij uitkomt is nog niet bekend. Hopelijk horen we daar 17 maart meer over.
De presentatie was in handen van
Twan Huys. Deze uitzending van het programma NOVA College Tour met de titel Louis Theroux werd uitgezonden op vrijdag 27 maart door de VARA en de
NTR.
